Het zij-gevoel: alle neuzen de Haagse kant op

Deze week kwam het bericht langs dat het goed gaat met de meeste branches – als het om het aantal leden gaat. In een nieuw onderzoek trekt Berenschot de positieve lijn door van eerdere onderzoeken. Dit keer zijn vooral kleinere brancheorganisaties onderzocht*. De uitkomst is dat ledengroei en –krimp elkaar ongeveer in evenwicht houden. Omdat er een algemeen beeld is dat het slecht gaat met verenigingen, valt dit beeld mee, zeker als meegenomen wordt dat er nog altijd brancheverenigingen bij komen. Het bureau is dit keer nog duidelijker als het gaat om de reden waarom het goed gaat met de ledentallen: belangenbehartiging wordt erg belangrijk gevonden. De uitdrukking van de collectiviteit naar buiten toe, daar gaat het nu om. Dienstverlening aan de leden is minder belangrijk geworden.

Hoe begrijpelijk ook, ik vind dat uiteindelijk de verkeerde reden om lid te zijn van een branche. Hoe belangrijker we politiek Den Haag maken, hoe groter de kans op teleurstellingen. Hoe meer we proberen de politiek in Den Haag te bereiken, hoe kleiner de kans dat we er ook aankomen. Maar bovenal: alle energie die we in het politieke steken, steken we niet in waar het echt over gaat: de kwaliteit van onze producten en diensten.

Ja maar, hoor ik het tegenargument, als je niet vooruit kan met je vak omdat je gevangen bent in regelgeving? Als je inkomen onder druk staat door maatregelen van de regering? En als het geen enkele zin heeft om je tot een bank te wenden, omdat die toch niets voor je kunnen doen? Ja, tot wie moet je je dan wel wenden?
Allemaal waar. We zijn in een situatie terecht gekomen dat het grootste deel van ieders handelingsvrijheid en dat van ons inkomen direct of indirect bepaald wordt door de overheid. Inderdaad, tot wie moet je je anders wenden? De brancheverenigingen die dat waarschijnlijk het beste beseft is de Beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA). Deze week maakten ze bekend dat ze een leerstoel public affairs gaan instellen aan de Universiteit Leiden, een teken dat het de branche goed gaat. Het is ze gegund. De kwaliteit van de lobbyfunctie in Nederland moet goed in de gaten worden gehouden. Tot nu toe is deze relatief professioneel en vrij van al te grote incidenten, maar deze trend om alle neuzen richting Den Haag (en Brussel!) te wenden kan ook voor echte misstanden gaan zorgen. De branche heeft haar rol te spelen. Toch zit daar mijn grootste zorg niet.

Ik blijf waarschuwen dat het niet gezond is als branches zich primair richten op belangenbehartiging in plaats van op de kwaliteit van haar producten en diensten. Het is het gedrag van een verslaafde die weer om een spuit komt vragen. We zijn nog steeds niet toe aan de Grote Ontwenning: het idee dat we ons niet langer afhankelijk van de overheid (of de grote bedrijven) maken en zelf in enige vrijheid initiatieven nemen. Waar blijven de krachtige branches met een internationale visie op het vak? Waar verzamelen zich de ZP’ers die een nieuw plan voor de zorg maken? Waar de vereniging van 3D printers die voor een businessmodel zorgen dat weer hele nieuwe perspectieven opent – zonder eerst naar Den Haag te gaan? Waarschijnlijk zijn ze er al, maar ik wil ze nog veel beter zien.

Deze week komt weer in het teken te staan van de onderhandelingen tussen de sociale partners. Ik hoop van harte dat ze er uit komen. Tegelijk zijn de sociale partners van nu allang niet meer de sociale partners van bijvoorbeeld het akkoord van Wassenaar. De dames en heren die dat akkoord sloten waren in staat om na dat moment naar hun achterbannen terug te gaan en in kloeke taal uit te leggen dat dit de deal was en dat het een goede deal was. Die achterbannen accepteerden dat dan, in overwegende mate. Nu moet dat nog maar worden afgewacht en is elk akkoord waarschijnlijk niet meer dan een momentopname. En dan bestaat dus het gevaar dat we doorgaan met onze steeds complexer wordende dans van deelbelangen.

Belangenbehartiging in de een of andere vorm is waarschijnlijk niet meer weg te denken uit de rol van de brancheorganisatie. Maar, zoals ik eerder heb betoogd, is het rendement van al die belangenbehartiging klein en steeds kleiner aan het worden. Bovendien is het ook een loze strategie. Een gezamenlijke vijand kan een tijdje mobiliseren, maar uiteindelijk leidt het alleen maar af. Ik vat het maar zo samen: vervang het zij-gevoel door een echt wij-gevoel.

Peter Noordhoek

www.northedge.nl