Een kerstgedicht

Beste familie, vriend, kennis, relatie en allen die dat misschien wel willen worden, hieronder volgt mijn jaarlijkse kerstgedicht. Inmiddels al weer de 20e keer. Deze keer publiceer ik niet alleen het gedicht, maar spreek ik het gedicht ook uit – en vertel ik hieronder iets over ‘de geschiedenis’. Ahum, groot woord. Eerst het gedicht, in tekst en audio.

kerstgedicht Peter Noordhoek 2013
kerstgedicht Peter Noordhoek 2013

Ged.13.hartritme Nl G

Hoe het zo kwam

Mijn eerste kerstgedicht schreef ik nadat mijn toenmalige werkgever, Stichting de Baak, het op zich lofwaardige initiatief nam om de traditionele standaard kerstkaart te vervangen door een donatie aan een goed doel. Ik was het daar op zich mee eens. Als je iets doet moet je het goed doen en het versturen van kerstkaarten werd een beetje een leeg ritueel. Dan kan je het geld beter in de kerstgedachte besteden. Toch voelde het voor mijzelf niet goed. Ik had de gewoonte met een paar extra geschreven woorden tot mijn relaties te richten. Wat te doen? Ik besloot een kleine kring mensen alsnog een kaart te sturen. Maar wat voor kaart dan? En toen kreeg ik het idee om dat in de vorm van een gedicht te doen.

Ik heb één keer serieus overwogen er mee te stoppen. Het mocht niet meer. Teveel mensen waren er op gaan rekenen. En ikzelf ook wel. De maffe gewoonte ontstond om het kerstgedicht midden in de zomer te schrijven, als de zon op z’n heetst stond. De gedachte aan kerst alleen al kon me verkoelen. En dan had ik het ook gehad. Zo heb ik er een traditie van kunnen maken, waarbij het uiteindelijk dan altijd toch weer een race tegen de tijd werd – reden genoeg voor mij om er meer een Nieuwjaarsgedicht van te maken dan een kerstgedicht. Het geeft wat extra speling. Excuses aan degenen die mijn kaart altijd pas na de jaarwisseling lezen.

Dit jaar is het een echt kerstgedicht geworden. Helaas is het ook een verloren race tegen de tijd geworden. De zomer bracht geen inspiratie en de maanden erna ook niet. Op een gegeven moment had ik een tekst liggen. Ik kan me nog herinneren dat één van de regels ging over ‘woorden die doorreden na een ongeluk’. Maar ik ben de tekst kwijtgeraakt. En echt, dat verlamt. Van alle kanten kwamen de signalen: schrijf! Maar het lukte niet. Pas op de avond voordat ik het ergens voor mocht dragen kwam de doorbraak. Ik had bijna de hele tijd een notitieblokje bij me. Loes verleide mij om mee te kijken met een detective: Endeaver Morse, de jonge norsman. De eerste moord werd gepleegd, de tweede volgde. En toen kwam het kerstgedicht er zomaar uit. Gruwelijk zoet en simpel. Kunstloos. Helemaal wat ik niet wil. Maar dit is wat het dit jaar wordt. Dit is wat ik de avond erna gedragen voorlas. Nog een mazzel dat niemand rollend over de vloer ging bij het voordragen van die zin over piek, ballen en boom. Te net publiek voor een dirty mind ..

Hoe het wordt

En wat nu, na twintig jaar? In zekere zin sta ik voor eenzelfde moment als in 1993. De kerstkaart gaat er weer uit. Niet door een alternatief in de vorm van een gift, maar omdat de digitale techniek vraagt om het te publiceren via een website, via social media. Weer: niets mis mee, op zich. Geweldig om op deze manier heel veel mensen te kunnen bereiken. Zeker als ik er nu ook nog een opname aan kan toevoegen. Ik hoop dat het werkt. Maar hoe vervang ik het gevoel van zwaar papier, van kleur via drukinkt, van verrassing via een open te scheuren envelop? En vooral: hoe vervang ik de persoonlijke woorden boven mijn gekrabbelde naam?

Voorlopig blijf ik aan een forse groep van jullie mijn kerstkaart sturen. Langzaam worden het er minder. De relatie moet er meer betekenis voor hebben dan vroeger het geval was. Misschien is dat ook wel zoals het hoort. Maar wat als ik dan iemand vergeet? Als ik u, jou, jullie vergeet? Laat het me dan svp even weten. Dan ga ik nog een paar jaren door.

Peter Noordhoek