Van verzetsstrijders naar verslagstrijders. Bij dodenherdenking 2014

Vandaag is dodenherdenking. Morgen is bevrijdingsdag. In een gedicht beschrijf ik een meisje dat er op dodenherdenking bij mag zijn, maar nog niets beseft. Wat als zij later ouder is? Wie informeert haar dan over vrijheid en het gemis ervan, oorlog en vrede? Ik draag dit op aan alle journalisten die haar helpen informeren.

4 mei

Ze kijkt naar de schoenen van de mijnheer
voor haar, hoofd gebogen –
blonde paardenstaart boven
blauwe jas en dito broek
Ze wist eerst niet hoe ze
stil moest zijn
Is dat nu wel

Grote woorden waaien
over haar hoofd
Een militair schreeuwt
gemoffeld: “GEEF ACHT!”
Alles is geschuifel

Voor haar valt
een vouw strak naar beneden
De schoenen zijn zwart
Ze weet dat er iets
niet hetzelfde is
Ze weet nog niet wat

Peter Noordhoek ‘14

 

5 mei en daarna

Het kind in het gedicht kan de stilte vandaag van zich af laten vallen en met muziek vieren dat er feest is. Wat voor feest? Dat zal voor haar nog tot de niet te beantwoorden vragen horen. De stilte leert haar verdriet, muziek dat er feest is. Pas later zal ze zich afvragen wat voor tijd het was waarin ze jong was en wat er toen gebeurde. Of er dan nog 4 en 5 mei gevierd wordt? Wie weet.

4 en 5 mei zijn voor mij wel constanten. 4 mei nog meer dan 5 mei. Ik werd razend nieuwsgierig naar de tweede wereldoorlog, ik wilde er alles van weten. Ik probeerde mij ook heftig te verplaatsen in die tijd. Wat zou ik gedaan hebben, toen ..? In ben uit 1957 en het was soms alsof ik een groot feest gemist had, maar dan anders. Ik wist ook, want het werd ingepeperd, dat we het nu zo goed hadden. Er was vrijheid. Er was vrede.
Was dat ook zo? Nee. Ik ben geboren tijdens de Suez-crisis. Kort na mijn geboorte was er de Hongaarse opstand en vlak nadat ik mijn eerste televisie-uitzending zag werd er een president neergeschoten. Ik herinner mij de beelden van een ziekenhuis. Mijn eerste bewuste oorlog was de 6-daagse in Israël en kort daarna was alles Vietnam en atoombommen. En toch kwam het niet echt dichtbij, of niet zo dichtbij als ooit die ene oorlog was geweest. De rest was iets wat je las of zag in rapportages en binnenkwam op redelijk vaste tijdstippen op de dag. De tweede wereldoorlog kon ik moment binnenstappen in de flart van een gesprek, een plek waar je langskwam, een verhaal over goed of fout. Zo is het nu niet meer, maar helemaal gesleten is het nooit, die oorlog.

Hoe zou het voor haar zijn, dat kind? Als zij terugkijkt naar het begin van haar leven, wat weet ze dan. Ergens in Syrië wordt een burgeroorlog gevoerd met gruweldaden die de vergelijking met de tweede wereldoorlog zo kunnen doorstaan. Er is een sluipoorlog aan de gang in Oekraïne, zal het doorbranden? Zullen we als Europa zeggen dat we het met ‘soft power’ goed hebben kunnen beheersen of proberen we de bittere smaak te vergeten, net als destijds op de Balkan. Of komen er nu geen Amerikanen meer om het voor ons oplossen? Wat dan?
Op één ding reken ik, tweede generatie kind, niet. De tweede wereldoorlog zal voor dit vierde, vijfde generatie kind niet de betekenis hebben die het voor mij heeft. Gelukkig maar. Ik ga er van uit dat ook haar tijd een tijd van strijd zal zijn, maar niet zo direct als het voor mijn ouders en grootouders was. Dat gun ik haar, al doet het ook de vraag opkomen hoe ze dan vast houdt aan dat gevoel van vrijheid, van vrede.

Ik kan haar daar niet mee helpen. Wat ik wel bedenk is dat die tegenstelling tussen dat nieuws dat van ver weg kwam en die oude oorlog die zo dichtbij was, ook kwam omdat het nieuws letterlijk en figuurlijk van zo ver weg werd bericht. Dat is in de jaren daarna veel minder geworden. We staan er nu bovenop, ondanks alle pogingen van dictaturen om het stil te houden. Daarom zou ik deze 4 en 5 mei op willen dragen aan alle journalisten in de oorlogsgebieden van de wereld. Ik ben vaak kritisch op de media, mede omdat zij zelf zo slecht met kritiek omgaan. Maar voor het werk dat journalisten daar doen, plus alle werkers achter de schermen die het nieuws vervolgens naar ons toebrengen, voor hen, voor jullie de lof. Zij zijn geen verzetsstrijders, wel verslagstrijders. Blijf meisjes en jongens zoals zei informeren terwijl ze groter worden. Om stil voor te worden en om te weten wat er gevierd wordt als het vrede is.

 

Peter Noordhoek