Erasmus en de nieuwe reformatie

Erasmus busKent u Erasmus? Ik niet echt. Humanist, ‘lof der zotheid’, tolerantie – zoiets. Ik heb dat boekje in mijn kast staan, maar echt ’zot’ wilde het voor mij maar niet worden. Wat hij schreef over verdraagzaamheid leek mij evident.

Exact. Dat leek voor mij, ons, evident. In zijn tijd was dat allerminst zo. Hij heeft zelf zijn boek saai gemaakt. Anno 2016 moet er misschien een nieuwe ‘Lof der Zotheid’ worden geschreven, want de vanzelfsprekendheid is weer weg. Het spannende is dat Erasmus een sleutelspeler was in de ‘reformatie’, de heftige periode waarin de katholieke kern in stukken brak. De andere belangrijke speler uit deze tijd was Luther. In de tegenstelling tussen die beiden zit iets dat in de huidige heftige periode ook tot nadenken stemt. Maar eerst het voor mijzelf ‘zotte’ stuk.

Ik hang

Ik hang. Op nogal wat plaatsen door mijn stad hangt mijn hoofd, voorzien van een digitale Erasmus muts. Ik ben gewaarschuwd dat ik zelfs op de bus te zien ben, al heb ik die bus tot nu toe gemist. Ingegaan op een uitnodiging voor een fotoshoot rondom de Erasmustentoonstelling, had ik geen idee dat het hiertoe zou leiden. Complimenten voor de mensen van Museum Gouda en 3Megawatt, die het allemaal hebben bedacht en uitgevoerd.

Het is gek, maar ik heb geen moment bedacht dat ik als een soort Erasmus door Gouda heen zou komen te hangen. Waar ik ook niet aan heb gedacht, is dat onder mijn hoofd dit zou komen te staan: ‘IK WIJK VOOR NIEMAND’ (de vertaling van Erasmus’ lijfspreuk: ‘Cedo Nulli’. Hoezo ‘ik wijk voor niemand’? Dat doe ik dagelijks, al was het maar om veilig thuis te komen. En Erasmus is een humanist. Ik geloof niet dat ik daar ooit veel mee heb gehad. Kortom; ik ben mij in de man en zijn tijd gaan verdiepen. Terwijl ik deze laatste zin tik, bedenk ik mij iets, hef mijn hoofd op, luister en kijk om mee heen. Opeens besef ik dat ik aan een straat woon en in een huis leef waar Erasmus moet zijn geweest. In mijn hoekje van de stad, vlak bij de St Jan, is hij verwekt en heeft hij jaren gewoond. Ik zou hem als het ware kunnen horen terwijl hij onder mijn raam over de Oosthaven loopt en zien als hij de kamer inkomt en wat in zijn tijd waarschijnlijk een winkel of brouwerij zal zijn geweest. Moet ik hem nu groeten? Uit beleefdheid doe ik het, maar eerlijk gezegd niet helemaal uit overtuiging.

Waardering

De hernieuwde kennismaking bevalt namelijk niet zo heel veel beter dan die van mijn middelbareschooltijd. Ja, ik lees de woorden die pleiten voor verdraagzaamheid. Ja, zijn milde opvatting over onderwijs kunnen we nog steeds ter harte nemen. Prachtig, zoals hij zijn kennis en schrijfvaardigheden aanwendde om door heel Europa heen kennis te verspreiden. Mooi, zoals hij vriendschap boven een afstandelijk godsgeloof plaatste. En zeker, zijn kritiek op hoogwaardigheidsbekleders was terecht. Hij had groot gelijk in in zijn kritiek op het afkopen van aflaten en andere bewijzen van de schijnmoraal zoals die in zijn tijd heerste.
Maar zelf wist hij er ook wat van; van schijnheiligheid.

Erasmus

Hij wist van wijken

Allereerst; zijn lijfspreuk is nogal misleidend. Als er iemand van wijken wist, dan was het Erasmus. Dat deed hij al in de buik van zijn moeder. Hij is verwekt in Gouda (zoon van een priester en de dochter van een arts) en wordt geboren in Rotterdam. Daar woont hij een paar jaar en gaat dan al snel weer wijken, ook weer richting Gouda en een klooster in de buurt, maar uiteindelijk door heel Europa, met Bazel als zijn favoriete bestemming. Nooit zou hij helemaal tot rust komen en stoppen met wijken.

Vileine vijand en vleier

Hij week ook in zijn werk regelmatig. Naast een vileine vijand, kon hij ook een groot vleier zijn. In beide was hij voor mijn gevoel ‘over the top’, al kan dat zeker te maken hebben met mijn gebrek aan gevoel voor de Middeleeuwse mens. Het maakt in ieder geval dat zijn ‘Lof der Zotheid’ niet zo leesbaar is als de leraren Nederlands in mijn tijd en nu lijken te denken. Maar eerlijk is eerlijk; het was toen heel wat moeilijker dan nu om contact te onderhouden. Nooit kon je er zeker van zijn dat iemand zou ontvangen wat je aan een ander had toegestuurd. Sneller dan een paard ging niets. Alles moest dus raak zijn en dan maar beter een (mooi) woord te veel dan een woord te weinig. Dat gold zelfs voor zijn eigen voornaam: het ‘Desiderius’ (‘de gewenste’) was een naam die hij zich pas later aanmeet, en waarbij het aan ons is om die voornaam – gelet op zijn afkomst – al dan niet serieus te nemen.

Luther

Erasmus en Luther

Erasmus was dus iemand die zich eigenlijk nooit goed via het geschreven woord zou laten kennen – en tegelijk is dat zo goed als alles wat we van hem hebben. Het is het verdienste van de tentoonstelling zoals die nu in Gouda wordt gehouden, dat we dat weinige nu wel bij elkaar zien: een heel klein portret, een mes, een zegelring. De rest moeten we uit zijn keuzes halen. Dan is er één ding dat intrigeert: zijn omgang met de Rooms-katholieke kerk. Mede vanwege zijn kritiek op de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders zou ‘Lof der zotheid’ en zijn andere publicaties worden verboden (maar opmerkelijk genoeg pas na zijn dood!) en hij spaarde ook de paus niet in zijn kritiek. Tegelijk zou hij wel voor kiezen zijn hele leven binnen de katholieke kerk blijven. Hij wilde van binnenuit hervormen, niet van buitenaf. Hij herschreef de het Nieuwe testament, maar wel in de universele taal van de elite, het latijn

Luther zou een andere keuze maken, al was het maar omdat hij een vertaling van de Bijbel in de landstaak wilde maken, zodat iedereen de Bijbel zou kunnen lezen. Luther zou uiteindelijk zou uiteindelijk deze en andere wensen in de vorm van stellingen op de deur van de kerk in Munster spijkeren, het begin en tegelijk hoogtepunt van de ‘reformatie’. Katholicisme en protestantisme zouden eeuwenlang onverzoenbaar naast elkaar gaan bestaan.

Reformatie

Reformatie was de breuklijn van die tijd. Aangespoord door de revolutie van de drukpers – niet onvergelijkbaar met nu – was het een richtingenstrijd die al snel in meerdere oorlogen uit zou monden. In die tijd was er ook de dreiging van ‘de Turk’ (eind 15e eeuw stonden de moslims nog voor de muren van Wenen), maar dat was van een andere orde. Van een afstand bezien (niet inhoudelijk, maar qua onbegrijpelijke intensiteit) lijkt de splitsing op die tussen soennieten en sjiieten. Van dichterbij was het een meer herkenbare strijd om de macht, gevoerd langs de lijnen van de Bijbel.

Erasmus en Luther (al snel aangevuld door Calvijn) waren de intellectuelen die deze richtingenstrijd woorden gaven. Aanvankelijk waren ze vrienden, later werden ze vijanden en voerden op het scherpst van de snede hun pengevecht uit. Het is een boeiende tegenstelling.

Luther is degene die grenzen trekt en daarna van geen wijken meer weet. Hij staat echt voor zijn principes en zijn doorbraak naar het lezen van de Bijbel naar het hele volk is de juiste; het is tijd dat de burgerij een einde maakt aan het schaamteloze misbruik van vorst en kerk. Een volk als het Nederlandse heeft er haar bestemming in gevonden.

Tegelijk is de prijs van Luther wel erg groot: tientallen jaren van bloedige burgeroorlog. In vergelijking daarmee is de opstelling van Erasmus een weldaad. Hij zoekt het niet in principes maar in deugden. Hij laat bijvoorbeeld de deugd van verdraagzaamheid zwaarder wegen dan het conflict. Hij is ervan overtuigd dat de rol van de paus in de vorm van die tijd is uitgespeeld, maar zoekt toch de toenadering. Erasmus is de hervormer van binnenuit: de evolutionair tegenover de revolutionair Luther. Ook hij krijgt zijn gelijk; de katholieke kerk overleeft en hervindt haar eenheid – maar hij is er mede debet aan dat het conflict zich eindeloos heeft kunnen voortslepen.

Twee reformaties

Reflecterend op de tegenstelling tussen beiden, is het mij zwaar te moede. Hoewel de real politiker in mij meent dat Luther het historisch gelijk aan zijn zijde heeft, is de antirevolutionair in mij meer met Erasmus verbonden dan met de dikke Duitse monnik. Ik zou altijd kiezen voor het verbeteren van binnenuit. Maar het geeft geen vreugde, ook omdat je zou kunnen zeggen dat we in een tweede, dubbele reformatie leven.

De eerste speelt zich af in het Midden-Oosten. Na de Arabische lente zien we dat de uitleg van de Islam zich heeft verhard, met IS als meest extreme gevolg en het conflict tussen de twee interpretaties van de Islam zo heeft verscherpt dat dit de echte reden is dat Irak, Syrië en Jemen waarschijnlijk nog jaren als brandhaard zullen gelden. Soms wordt gezegd dat de Islam ‘een Luther nodig heeft’, maar dan vergeten wij dat de Arabische wereld die al heeft gehad. Wat de Arabische wereld nodig heeft is een Erasmus. Eén die de deugden weer naar voren brengt in het verhaal van de Islam, of de lof der Zotheid weet aan te geven in de idiotie van baardapen met tulbanden.

Latijns

De tweede speelt zich in Europa. Ook hier is alles in beweging. Het schuurt en het scheurt. Aan goede intenties lijkt het niet te ontbreken. Het verhaal over Europa is één grote speech over deugden. Niet voor niets lopen juist de katholieken voorop als het gaat om het grote Europese ideaal. Maar ook mensen met een protestantse achtergrond zoals Merkel weten dat ideaal van de deugden keer op keer te verwoorden. Het wordt gemeend. Alleen lijkt het te veel om hoogmissen en preken te gaan die worden afgestoken in een elitair Latijn. De would-be Lutheranen lopen al rond om zonder stijl hun stellingen aan digitale poorten te spijkeren. Het krijgen van het eigen gelijk zou voor hen weleens belangrijker kunnen gaan worden dan het betalen van de oorlogsprijs. Ik heb angst over hoe dit af kan lopen. Nu al, als we in april mogelijk de verwerping van een zo’n Latijnse tekst gaan krijgen via een referendum.

Wie?

Ik ben als middelbare scholier niet door Lof der Zotheid gekomen, ondanks dat het een klein boekje was. Naar ik begrijp beslaat zijn totale oeuvre tientallen dikke boeken. De geest ervan heeft Europa gevormd, maar de concrete teksten hebben mij verveeld. Wat ik de laatste weken over Erasmus – en over Luther – weer heb geleerd is dat saai niet slecht of onbelangrijk is. Ik moest het weer eens leren. Te laat. Nu hang ik met mijn hoofd op een poster met het ‘ik wijk voor niemand’ eronder en rij ik met een lijnbus mee door de stad. Ik weet nu dat ik die eer niet verdien. Toch, mocht ik moeten kiezen tussen een Merkelliaanse Erasmus en een Stijlloze Luther, dan is de keuze niet moeilijk. En wat ik echt, echt heel goed vind, is dat de organisatoren van de tentoonstelling niet alleen maar mijn foto hebben genomen, maar ook nog die van vele anderen, van jong en oud, vrouw en man, van belangrijk en zomaar iemand. Rijden maar, chauffeur!


Peter Noordhoek