Hoeksche Waard: terug naar de polder

Deze foto heb ik in 2021 gemaakt op de dijk tussen Mookhoek en Strijen in de Hoeksche Waard, op weg naar een etentje met mijn vrienden uit de middelbare school. Het is niet helemaal hetzelfde, maar wel vergelijkbaar met de dijken bij Nieuw-Bijerland. Onlangs moest ik aan deze foto terugdenken.

Op 27 augustus 2022 reed een vrachtwagen de dijk af bij het buurtschap Zuidzijde van Nieuw-Bijerland en boorde zich door een tent op een feestterrein heen op het buurtfeest van de lokale ijsvereniging. Zeven personen, waaronder een kind nog in de schoot van de moeder, kwamen om. Elk ongeluk is erg, maar dit raakte om twee redenen extra hard. De eerste reden is de rauwe tegenstelling tussen het mooie van een buurtfeest georganiseerd door een vereniging en het binnenkomen van de vrachtwagen als een hamer vanuit het industriële leven. De tweede is persoonlijker: ik kom dus oorspronkelijk uit de Hoeksche Waard en een van mijn oude vrienden woont daar in de buurt. Ik was bezorgd dat hij er bij betrokken was. Dat bleek gelukkig niet het geval te zijn, maar wat dan een zachte maar dringende naklank geeft, is de verbondenheid die je dan weer even voelt met de polder waar je bent opgegroeid voelt.

Ik voelde de behoefte aan een gedicht gaan opkomen, maar waarover precies? Over het ongeluk op de Zuidzijde wilde ik niet dichten. Het was toch te veraf, de dreiging van goedkoop effectbejag te groot. Maar wat dan wel? Misschien lag het al langer in me te wachten om verwoord te worden, maar opeens wist ik dat er woorden moesten komen over mijn relatie met de polder waar ik vandaan kom, voordat die afstand te groot zou zijn geworden. En dacht ik ook aan de foto van de dijk. Dit is het gedicht over mijn polder, mijn dijken, in de Hoeksche Waard.