Robuust maar broos: over veerkracht

logo

Deze week is alsnog een akkoord gesloten. Dat is een goede zaak. Allereerst voor de regeringspartijen, want die kunnen weer vooruit. Het is een goede zaak voor de gelegenheidspartners, want die kunnen naar hun constructieve bijdrage verwijzen. Het is goed voor oppositiepartijen uit het midden die het akkoord hebben afgewezen, want die hebben laten zien standvastig te zijn. Het is goed voor de gemiddelde burger, want die moet er niet aan denken om weer naar de stembus te gaan. Het is alleen niet goed voor de partijen aan de verste rechter en linker zijde, want ze konden op geen manier laten zien dat ze een alternatief in huis hebben.

Bij elkaar dus reden voor tevredenheid – en toch zal er weinig gejuich te horen zijn. De meeste van ons beseffen dat het akkoord, wat je er verder inhoudelijk ook van vindt, een opeenstapeling van kwetsbaarheden is. De belangrijkste verdienste is dat het tijd koopt en daarmee een gevoel van stabiliteit brengt. En wat hebben we dat hard nodig. In de smalle marges van de politiek is er weer wat marge gevonden, gelukkig.

Maar, zegt dan de stem in mij, hoe lang kan dat doorgaan? Welke fouten weven we in dit akkoord mee? Wanneer komen die fouten uit het akkoord rollen? En terwijl dit varkentje gewassen is, weten we dat op Europees niveau er bijvoorbeeld een nieuwe, strengere stresstest voor banken aankomt. Als die serieus wordt uitgevoerd, dan zullen ook Nederlandse banken wel eens in een nieuwe crisis gestort kunnen worden. Bah, wat is er toch allemaal aan de hand? Hoe moeten we dat duiden? En vooral: hoe kunnen we de voorkracht opbrengen om met dit alles om te gaan?

Er is een benadering die al deze kwetsbaarheden weliswaar – en helaas – niet heeft voorzien, maar het beter weet te duiden dat vele andere benaderingen. De benaderingen heeft ook in zich om een ander perspectief te geven op de manier waarop we nu zoeken naar oplossingen in de systeemcrisissen die ons nu treffen. De benadering laat zich vangen in het Nederlandse woord ‘veerkracht’ en het Amerikaanse ‘resilience’. De systeemcrisis van onze instituten wordt gevangen in de afkorting ‘Robust Yet Fragile’ (RYF). Ik heb deze in het Nederlands vertaald als ‘Robuust maar Broos’ (RmB). Ook deze benadering is niet zaligmakend, maar het levert wel een veel beter perspectief op dan de bekende risico-regelreflex. In het tijdschrift InGovernment heb ik er een kort artikel over geschreven en daarom schrijf ik dit weekend niet de gebruikelijke blog, maar geef ik hierbij de link naar het artikel (en maak de lezer graag enthousiast voor het tijdschrift – gratis, als u bij de doelgroep hoort).

[download id=”0″]

En als u het artikel gelezen hebt, dan verwijs ik toch nog graag even naar het gedicht waar ik de lezer eerder deze week als blog mee lastig viel. En ergens in de komende tijd kom ik er nog wel eens op terug, bijvoorbeeld in Europees verband.

 

Peter Noordhoek

 

www.northedge.nl