Aan de andere kant van de Rabobank

Schermafbeelding 2015-12-13 om 16.29.57Deze maand maak ik, zoals elke maand, zo niet elke dag, gebruik van de diensten van de Rabobank. Tot genoegen. Eerder werd ik gebeld door een medewerker met de vraag of ik een gesprek wilde over de levensverzekering. Omdat ik inmiddels een gespecialiseerd tussenpersoon heb, zei ik van niet. Dat accepteerde hij met moeite, maar waarschuwde vervolgens wel dat ik een brief zou krijgen waarin bevestigd werd dat ik afzag van het gesprek. Ik hield me in en accepteerde het indekverhaal. Voor het overige is de Rabobank dagelijks dezelfde prima ‘Rabo’ als altijd. En toch weer niet.

Nederlaag
Deze week hebben de leden ingestemd met de omvorming van de decentrale coöperatieve structuur naar één centrale bank met coöperatieve trekken (of ik dit goed opschrijf, is de vraag. Omdat de website rabobank.com geen hulp biedt, hou ik het hier voor het moment bij). De leden hadden geen werkelijke keuze. In hun plaats had ik waarschijnlijk tot hetzelfde besloten. Maar hoe je het ook wendt of keert; het besluit is de bezegeling van een nederlaag. Het is te wijten aan de Libor-affaire en ander falen van de oude bankleiding, het is het gevolg van overreactie en kortzichtigheid van politici en toezichthouders, maar eerlijk is eerlijk; het is ook het gevolg van het falen van de lokale banken en ons eigen opportunistische klantgedrag. Een nederlaag dus – en het einde van iets dat uitzonderlijk goed was. Het vertrek van heel veel medewerkers hoort hierbij. Zij zullen de nederlaag het meeste voelen. Je kan er allerlei mooie dingen over opschrijven, maar het blijft ellende.

Tegelijk hoeft een nederlaag niet het einde van alles zijn. Het kan zelfs nodig zijn voor een nieuw begin. Hoe gaat dat er nu uitzien? Mij baserend op de website van Rabobank.com bekijk ik hoe de bank dat nieuwe begin ziet. Waar ligt de toekomst? Is er een pot goud aan de andere kant van de Raboregenboog? Een drietal reacties.

Voedselbank
Het is een inkopper, maar toch: heel goed dat de Rabobank (opnieuw) kiest voor een agrarisch profiel. Ook als niet-agrariër vind ik dat ‘banking for food’ concept helder. Jammer dat de term ‘voedselbank’ al vergeven is, maar doet ze het goed, dan is de Rabo de echte voedselbank. Mocht men mij er t.z.t uit willen knikkeren omdat ik niet in het voedsel minnende profiel pas, dan zal ik balen, maar er wel met respect over spreken. Zonder die dwang zal het weleens niet zo snel gaan gebeuren, want wie wil er niet bankieren bij een bank die weet wat het wil? – Nou ja, ik weet wel een reden, maar daar kom ik zo op.

Coöpereren waartoe?
Dan een twijfelpunt. Een coöperatie is uiteindelijk maar vorm, een middel voor een doel. De coöperatieve vorm is in de afgelopen decennia gereduceerd tot middel voor sponsoring en subsidiëring. Niemand hoeft mij uit te leggen hoe goed en uniek deze rol van de coöperatieve kant van de Rabobank is – maar er hoort wel een ‘maar’ bij. Tot deze week was er geen directe verbinding van de coöperatieve gedachte met het meer klantgericht maken van de bank. Het huidige logo zegt alles: een enkele persoon, richtingloos op een schild geheven.
Het zou geweldig zijn als dit nu anders zou worden. Dat zou ook niet onlogisch zijn. Zoals ik in mijn blog van vorig jaar schetste (een ontzettend goed gelezen blog, maar juist op dit punt kreeg ik geen reacties) geloof ik in nieuwe flexibele bankvormen van kleine collectieven. Inmiddels denk ik dat met een geslaagde introductie van blockchaintechnologie kleine coöperatieven nog meer bancaire toekomst hebben. De Rabobank lijkt daar in haar nieuwe verhaal op aan te sluiten door het veel te hebben over virtuele netwerken en ‘het verder virtualiseren van haar dienstverlening’. De laatste trendrapportages over nieuwe winkelvormen hebben ze duidelijk gelezen. Maar juist op dit punt had ik verwacht dat de bank op een onderscheidende manier een verbinding zou leggen met (nieuwe vormen van) coöperatief en collectief denken. De bank kan weer in het hart een coöperatie worden. Dat gebeurt echter niet. Het is op de website letterlijk en figuurlijk een ander punt. Een gemist punt? We zullen het er op houden dat het nog komt.

Klatergoud
Dan, tot slot, mijn reden om te vrezen dat aan het einde van de Raboregenboog de pot met goud van een soort reclameklatergoud gemaakt zal zijn. Dat ligt aan het taalgebruik van de bank. Wat een intrieste bank- en managerstaal, waarbij de term ‘excellente klantbeleving’ het hoogste jeukgehalte heeft. Welke marketeers, juristen en Commissarissen zijn over deze tekst heen gegaan? Welnu, ze horen bij een inmiddels bekende groep blunderaars: om kleinere fouten te vermijden maken ze een verwoestend grote. Je hebt maar één kans voor een nieuwe indruk en deze is behoorlijk verknald. Wat je als bank zegt over jezelf – waar je vandaan komt en waar je naartoe wilt gaan – zeg je in de taal van je nieuwe bank en die kan maar beter heel authentiek klinken. Nu leidt de tekst van de website van een hoopvol begin naar het laagste putje:

“Omdat de Rabobank beperkte mogelijkheden heeft om eigen vermogen aan te trekken is ook een structurele verbetering nodig van het financiële resultaat van 2,1 miljard euro. Dit gaan we deels realiseren door inkomstenverhogingen, deels door kostenbesparingen en efficiencyverbetering. Ook door beter te differentiëren in risico en prijs zullen we ons rendement verbeteren. Helaas betekent dit dat we ook de komende jaren niet ontkomen aan verdere personeelsreductie.”

Kromme, kromme tenen. Het verlies aan banen is onderdeel van de nederlaag van de oude bank. Erg, maar niet onverklaarbaar. Maar door het, gezwachteld in consultancywoorden, aan het einde als een soort PS te berde te brengen, haalt de bank de geloofwaardigheid van het voorgaande onderuit. In het Financieel Dagblad heeft ‘Maaiveld’ (paywall) het beter neergesabeld dan ik ooit zou kunnen. Met zoveel best goede dingen te melden, wordt zo met mondwatertaal er alles aan gedaan om te laten zien dat de Rabobank een gewone bank is geworden. Van het soort waar iedereen afscheid van aan het nemen is.

Merkt de lezer dat ik hier hetzelfde doe als de bank op haar website? Het slechtste bewaar ik voor het laatst. Wat blijft er nog hangen – ’the negative stands out’ – van wat ik daarvoor aan positieve dingen of mogelijke kansen schreef? Toch meen ik dat ook. Door niet echt authentiek om te gaan met wat er is gebeurd, roept de Rabobank het over zich af. Maar zo ingewikkeld is het niet.

Erkennen en doorvertellen
Ik ben een veteraan van ‘Arnhem’. Voor een miljoen kijkers trok het CDA zichzelf, spreekminuut na spreekminuut, uit elkaar na de nederlaag van 2010. Dat sloeg wellicht door naar de andere kant. Maar Arnhem was het onontkoombare gevolg van te veel jaren dat de leden het bestuur blind volgden in hun afdekken van kabinet en fractie. Daarom zal ik nooit spijt hebben van Arnhem. Het was een nederlaag, maar hier waren we allemaal bij.

Ik weet dat de leden van de Rabobank uitgebreid hebben mogen discussiëren over het besluit tot omvorming van de bank. De Noord-Koreaans uitslag van de stemming erover was juridisch nodig, maar doet geen recht aan de kwaliteit van de meningsvorming. Tegelijk is daarmee slechts een klein deel van alle rekeninghouders en anderen bereikt. Waar is de erkenning van de nederlaag? Waar het moreel geladen oordeel over de nieuwe koers en wat daarop gaat volgen?
Ongetwijfeld is er al een reclamebureau in de arm genomen om een hartverwarmend filmpje te maken over ‘de nieuwe bank’, maar spaar me. Ga eerst eens met elkaar de nieuwe taal leren van een bank die in de voedselketen haar nieuwe toekomst zoekt en in de lokale gemeenschap de kern weet te raken. Die kleine lokale coöperaties steunt of financiert en zelf weer weet waar het brengen en halen van een coöperatie over gaat. Dus niet aarzelt meer dan een bank te zijn. Graag herhaal ik met Maaiveld – inclusief de moreel geladen termen – de slogan waarmee de ‘Boerenapostel’ Gerlacus van den Elsen de ratio voor het bestaan van de Rabobank onder woorden bracht:

‘Den woeker te weren, den landman in zijn nood bij te staan, maar ook de spaarzaamheid, naastenliefde, arbeidzaamheid en matigheid bevorderen’.

Dat is andere taal. Aan de andere kant van de Rabobank kan de bank zichzelf terugvinden.