Over zeepjes en een overmaat aan reisherinneringen

Vraag: wie van u neemt weleens zeepjes uit een hotel mee? Of van die kleine tubes met douchegel of shampoo? Ik was een van de weinigen die zijn hand niet opstak, maar dat was omdat ik weet dat ik ze toch niet opmaak.

Ik wil zijn verhaal vertellen. Er zijn verhalen die voor mij belangrijker zijn om te vertellen, maar dat is nu juist mijn punt. Wat doe je met al die dingen die je ergens onderweg leert of meemaakt en waar je geen manier voor weet om ze door te vertellen?

De zoon van de zeepmaker

De slotspreker kwam uit Oeganda. Hij zag er super glad uit in zijn strakke grijze kostuum met veelkleurige das op een paarskleurig overhemd. Oh nee, fluisterde mijn vooroordeel mij in. Niet zo één. Ik wil inhoud hebben.

Nou die kreeg ik, aangevuld met felgroene sokken, omhooggehouden met een grijnslach van de spreker terwijl hij mijn vooroordeel doorprikte. Klasse.

Hij kwam uit een goed gezin. Zijn vader was zeepfabrikant. Van hem leerde hij al jong hoe belangrijk zeep is in Oeganda. Hygiëne is daar al snel het verschil tussen leven en dood. Als preventief middel verslaat zeep in kosten en opbrengsten alle andere middelen.
Maar zeep kon het gezin niet redden toen de plaats waar ze woonden tijdens de burgeroorlog werd omringd door een groep soldaten. Wat volgde was een gruwelnacht – indringend verteld door iemand die opeens geen gladjanus meer was – en uiteindelijk een vlucht naar de Verenigde Staten.

In dat nieuwe land gekomen, vertelde de spreker over een eerste nacht in een hotelkamer. Daar trof hij in de badkamer drie zeepjes aan. Eén voor de handen, één voor het gezicht, één voor het haar. Huh? Zeep is toch zeep? We hebben toch ook geen aparte zeep voor de billen? Bij het vertrek, de volgende ochtend, stond hij in dubio. Wat te doen met al die zeep die over was? Hij stopte de zeepjes bij zich. Echter, buiten gekomen bedacht hij dat het bij Amerikanen altijd ‘voor wat, hoort wat is’; there is no such thing as free soap. Om als net gearriveerde vluchteling niet direct in het gevang te komen, besloot hij snel terug te keren naar het hotel en zijn zeepzonde op te biechten. De ‘Afrikaanse Amerikaan’ bij wie hij te biecht ging, verklaarde hem voor gek en zei dat het de bedoeling was dat je de zeepjes meenam. “En als dat niet gebeurd, wat gebeurt er dan met de resterende zeepjes?” en de man liet hem de dozen met slechte een- of tweemaal gebruikte zeepjes zien die door de verwende gasten waren achtergelaten. Doos na doos na doos. Geschokt verliet hij het hotel.

Uit dat moment haalde Derreck Kayongo, de zoon van de zeepmaker, het idee om de zeeprestanten van hotels naar Afrika te gaan exporteren. Om een lang (en prachtig gebracht) verhaal korter te maken; na het sluiten van een deal met Hilton Hotels zijn er grote restanten geschikt gemaakt voor verzending naar verschillende landen in Afrika. Dat gebeurde o.a. naar Liberia ten tijde van het uitbreken van de Ebola-crisis, maar ook naar gebieden waar de enige crisis een sluipende crisis is: besmetting door met ongewassen handen voedsel te eten. Al grappend en grollend weet de man duidelijk te maken hoe essentieel dat is voor het omlaag brengen van het sterftecijfer. Dank je, Mr. Kovongo, voor een verhaal dat met recht inspirerend mag heten.

/var/www/clients/client0/web53/web/wp content/uploads/schermafbeelding 2016 08 21 om 19.00.37

Verdrinkend in een zee van zeepjes

En zo waren er afgelopen week bij het congres van de American Society for Association Management (ASAE) in Salt Lake City meer inspirerende verhalen, zoals het verhaal van de tweelingbroers die beide astronaut waren geworden. Voor mij dichter bij huis, waren er het enorme aantal sessies rondom het thema verenigingsmanagement, en daar weer binnen volgde ik vooral de sessies over internationalisering van verenigingen en alles wat te maken had met de kwaliteit en certificering van de leden van verenigingen. Een deel daarvan zal ik de komende weken naar teksten vertalen, maar ook dat zal niet meer dan de top van de ijsberg zijn. Zo is er het fascinerende gegeven dat in India tegen 2020 er 145 miljoen (!) jongeren een technische opleiding moeten krijgen en dat de opleidingen vooral via verenigingen vorm krijgen. Wie pakt dat op? Enzovoort, enzovoort.

En dan heb ik het nog niet over het feit dat ik dat fascinerende congres in Washington DC nog moet beschrijven en dat er ook nog een vakantie en een bezoek aan Engeland tussen zaten. Uitgerust met een nieuwe camera en mijn IPhone heb ik iets van 700 foto’s genomen en ze nog nauwelijks bekeken, laat staan gepubliceerd.
Als elk waardevol moment mijn geest even open wast voor een geestrijk moment als een wasbeurt met een zeepje in een luxe hotel is, dan ben ik nu verdrinkend in een zee van zeepjes. Beste XX, wat moet ik er mee doen? Waar brengt ik mijn zeepjes naartoe?

Zeepjes verspreiden

Nee, dit is geen retorische vraag. Letterlijk en figuurlijk mag je tijd doorbrengen in een een luxehotel. Dan is het zowel een wens als een verplichting om daar zoveel mogelijk van door te geven. Maar hoe doe je dat richting een wereld die daar niet op zit te wachten, of sterker nog, zelf nog vol zit van prachtige verhalen, in het bijzonder van de eigen vakantie?

Eén van onze reisgenoten naar Salt Lake City, Jan van der Reest van de Atriumgroep, had een leuke oplossing in de vorm van ‘Flipagram’ een app dat een snel gesneden filmpje maakt van je foto’s. Elke dag één. Het geeft een mooie indruk van de sfeer, maar voor de inhoud moet er toch wat meer bij. Waar dan? Facebook heb ik zelf een paar keer gebruikt, maar hoe voorkom je dat het of teveel werk wordt of teveel het verslag van een feestbeest? Twitter? Er is echt nieuws te melden, maar wat mij betreft op een manier die niet in 140 tekens past. LinkedIn? Ja, zeker, mar dan vind ik dat het wel echt relevant zijn.

Kortom; ik verwacht met een berg zeepjes te blijven zitten. Goed selecteren dus, dat is het enige wat er op zit. En nieuwsgierig maken, dat mag ook. Lukt dat al?

Thuisherinneringen

Er zit nog een gladde kant aan mijn zeepjes verhaal. Die komt bij terugkeer, thuis. Samen zijn wij kort daarvoor naar Washington DC gegaan en vervolgens op vakantie. We hebben die tijd echt gebruikt om bij te praten en door te praten, maar dan nog merk je daarna dat je dingen niet gedeeld hebt die daar wel om vroegen. Niet uit onwil, maar omdat er zoveel gebeurt, ook in je hoofd, en er altijd iets over blijft dat nog moet bezinken.
Terug van de alleen gemaakte reis naar naar de VS vertel je enthousiast over wat je hebt meegemaakt en laat je een behoorlijk deel van je foto’s zien. Maar ook al heb je elkaar elke dag kunnen spreken via Facetime en al heb je het excuus van je jetlag, dan nog moet je oppassen dat je niet vergeet te vragen naar wat de thuisblijver is overkomen, want die heeft ook zo het nodige meegemaakt dat zich niet in een telefoontje laat vangen.

Reisherinneringen zijn belangrijk, daarom moet je er zoveel mogelijk mee doen. Ze zijn echter niet belangrijker dan thuisherinneringen. Ingewikkeld al die zeepjes. Ze lijken hard en droog, maar worden heel zo snel nat en glad. Toch ben ik er blij mee. Ik ga het maar zeepweelde noemen. Hoe er mee om te gaan?

Peter Noordhoek